4 november 2007

Week 7 - Evaluatie Einddebat

Het einddebat stond gepland als grande finale van de cursus Nieuwe Media en het Actuele Debat. De beide werkgroepen waren in zes weken afgetraind en klaargestoomd voor de finale, waarin het tot een clash tussen inhoud (Poell) en stijl (Isabella) zou komen. Wat bleek echter: precies zoals in vele (voetbal-)finales bleken alle voorspellingen waardeloos. De finale week op zoveel punten af van de debatten in de werkgroepen dat geen enkele vergelijking opging. Helaas, want de kwaliteit was ver te zoeken en de nadruk op inhoud van Groep Poell kreeg weinig kans. Maar wat waren nu de oorzaak, het gevolg en de lering die we uit het verloop van het einddebat kunnen trekken?


De oorzaak van de manier waarop het debat plaatsvond zat hem in een aantal dingen. Ten eerste was het tijdstip van het debat niet gunstig. Deelnemers die tijdens de werkcolleges altijd fris, fel en fruitig waren, hadden nu moeite hun hoofd naar debatteren te zetten. Dit viel vooral op bij Frank, die zijn imponerende manier van praten op de vroege ochtend nog niet geactiveerd leek te hebben. Een tweede oorzaak voor het inhoudsloze debat was misschien de klassenopstelling. Meer dan normaal werd er een kloof gecreëerd tussen debaters en publiek. Het publiek had het idee geen onderdeel te zijn van het debat en de debaters kregen het idee een show te moeten geven voor hun publiek. De aandacht werd hiermee weggeleid van de inhoud en retoriek. Laatste oorzaak was wellicht dat de werkgroepen op een verkeerde manier tegen elkaar werden opgehitst. Competitie is leuk en prestatiebevorderend, maar de manier waarop het gebeurde leidde toch vooral tot competitievervalsing. Een debat met slechts twee groepen en een publiek dat slechts afkomstig is uit die werkgroepen is te vergelijken met een parlement met slechts twee fracties. Alleen overlopers kunnen de strijd in het voordeel van een van beide groepen laten beslissen.


Deze drie eigenschappen leidden in mijn ogen tot het volgende gevolg. De argumentatie van alle groepen kwam ondanks een goede voorbereiding ondoordacht naar voren. De zenuwen van het niet willen verliezen, het vroege tijdstip en de focus op show in plaats van inhoud leidde tot geschreeuw en inhoudsloos geratel. Sommige groepen konden helemaal geen mening vormen, anderen kwamen met kansloze argumenten en weer anderen haalden elkaars argumenten finaal onderuit. Een groepje stelde bijvoorbeeld dat het bij interactieve tv niet om geld draait, waarna een collega niet veel later beargumenteerde dat de interactieve tv vooral commercieel uiterst interessant is. Wij als Debatsers kregen een groepje tegenover ons dat onder andere beweerde dat simulatiegames geen games zijn. Op zich is zo’n knullige uitspraak niet erg, want iedereen mag fouten maken. Het probleem dat veroorzaakt werd door oorzaak 3 was echter dat dat groepje ons nog bijna ‘versloeg’ ook. Natuurlijk maakten ook wij fouten, waaronder mijn veel te lange spreekbeurten, maar wie enigszins op de inhoud lette kon een keuze voor de andere groep niet verantwoorden.


Vervolgens kan ik enkele verbetersuggesties voorstellen. Wat het einddebat ten goede zou komen is een ander tijdstip voor het einddebat. Een praktisch en kinderachtig bezwaar wellicht, maar in andere cursussen is al gebleken dat de setting een grote rol kan spelen. De eindpresentaties van Instrueren en Overtuigen en Practicum Nieuwe Media werden gehouden in zalen met charme en historie, wat zorgde voor een onvergetelijke ervaring. Aangezien ook NMAD een evidente praktijkbasis heeft, zou ik in ieder geval proberen de cursus ook buiten de universiteitsmuren te laten treden. Camera’s, dresscode en een professionele jury maken de dag compleet.


De roep om een professionele jury brengt mij tot een tweede puntje van kritiek. Het Einddebat wordt namelijk neergezet als hét einddoel waar het allemaal om draait, zonder dat de randvoorwaarden dit legitimeren. Zoals al bleek uit het verhaal van professor Simons is reflectie het gereedschap waarmee kennis gecreëerd wordt. Het belangrijkste element waar het tijdens het einddebat aan het geschort is echter juist deze reflectie. De feedback op hun debatkunsten die bij studenten blijft hangen is het resultaat van de stemronde. Zoals betoogd is deze stemronde te subjectief voor woorden, waardoor de waarde ervan vrijwel nihil is. Wat mij betreft wordt deze empirische methode daarom vervangen door een kritische of structuralistische methode. Een grande finale met een wat chiquere setting, waarbij een gastjury samen met het publiek kritisch en objectief op het debat reflecteert, kan de nadruk die erop wordt gelegd in de cursus pas echt verantwoorden. Zonder dat het ten koste gaat van de uiterst effectieve competitie- en groepssfeer.

Geen opmerkingen: