4 november 2007

Week 6 - Gastcollege Henk Zeijts

Henk Zeijts was deze week aanwezig om meer te vertellen over Stichting de Waag, dat door een internationalisering door het leven gaat als Waag Society. Zeijts gaf verantwoordelijk te zijn voor het praten over en voor Waag Society, terwijl het grootste deel van de stichting zich bezighoudt met de techniek en creativiteit. Dat De Waag inderdaad vooral op de praktijk is gericht werd duidelijk door het wat onsamenhangende en theoretisch zwakke verhaal van Zeijts. Dit neemt echter niet weg dat De Waag juist door haar praktische nut veel toekomst heeft.



Zeijts begon met een verdieping van de grondslagen van Waag Society. Deze grondslagen lijken behoorlijk goed uitgedacht en laten zien dat De Waag zich heel specifieke op bepaalde domeinen richt. Aanleiding dus om hier een mooi wetenschappelijk verantwoord betoog aan vast te plakken zou je denken, maar dit was aan Henk Zeijts niet echt besteed. Voor mijzelf waren de vier doelgroepen (Zorg, Cultuur, Publiek Domein en Onderwijs) en de vier domeinen (Locative, Collaborative, Sensitive en Narrative) echter aanleiding mijn wetenschappelijke kennis en hersenen eens goed aan het werk te zetten.


Hier zijn we direct bij de kern gekomen van wat Waag Society doet: de stichting zet aan tot nadenken. Door te handelen vanuit de praktijk komen allerlei praktische en theoretische problemen aan het daglicht. Het lijkt geen wetenschappelijke manier van handelen, maar het heeft wel allerlei wetenschappelijke verdieping als gevolg. Alleen het feit dat Waag Society als gast is gevraagd in plaats van een commercieel instituut met een minder specifieke doelgroep, zegt wat dat betreft al genoeg. Vrijwel alle concepten die De Waag presenteert, van Verhalentafel voor bejaarden tot DJ-set voor vmbo-scholieren, zijn rijp voor wetenschappelijke reflectie.


Maar betekent dit dat iedere organisatie wat ontwerpers bij elkaar kan brengen om een product te maken dat zomaar object van wetenschappelijk onderzoek wordt? Nee. De Waag laat met zijn focus op niet-standaard doelgroepen, waaronder dus zorg en cultuur, zien dat het afhankelijk is van een groter maatschappelijk probleem: de digital divide (zie Selwyn, 2007). Door met specifieke producten de kloof bloot te leggen beseffen ‘normale’ mensen, maar ook wetenschappers, dat er nog veel problemen zijn die opgelost moeten worden. De vier domeinen van de digitale cultuur die De Waag vervolgens betreedt zijn ook al ondervertegenwoordigd in vergelijking met domeinen die commercieel aantrekkelijker zijn. Hiermee laat De Waag letterlijk zien dat er in de digitale cultuur ondergeschoven kindjes zijn, die wellicht met ‘ondergeschoven middelen’ meer aandacht kunnen krijgen.

Geen opmerkingen: